Hoop en wanhoop in Gaza  mei 2004

Het is nu tien jaar geleden dat het Midden-Oosten een zeldzaam moment van optimisme kende. In mei 1994 trok het Israëlische leger zich terug uit Gaza Stad en andere Palestijnse bevolkingscentra van de Gazastrook. De Palestijnse Nationale Autoriteit nam het bestuur van de Israëli’s over en militaire eenheden van de PLO kwamen uit alle hoeken van de Arabische wereld om politietaken op zich te nemen. In juli 1994 kwam Yasser Arafat vanuit Tunis in Gaza aan om –na tientallen jaren ballingschap buiten Palestina- de politieke leiding ter plekke op zich te nemen.
De meeste Palestijnen in Gaza zagen wel dat er heel wat schoonheidsfoutjes kleefden aan de deal die gemaakt was met de Israëlische regering. Het Israëlische leger was weliswaar uit het zicht in de vluchtelingenkampen en steden, maar was nog wel degelijk aanwezig. Op de doorgaande wegen waren nog steeds Israëlische controleposten. En de joodse nederzettingen, zoals Kfar Darom en Gush Katif, bleven bestaan. Deze illegale settlements waren de Gazanen een doorn in het oog, al was het alleen maar omdat ze een buitenproportioneel groot deel van de (landbouw-)grond opslokten van het overbevolkte Gaza, dat de grootte heeft van een Nederlands waddeneiland.
De Israëlische oppositie was destijds ook sceptisch, zo niet faliekant tegen het Oslo-akkoord, dat ten grondslag lag aan de Palestijnse autonomie. Oppositieleider Ariël Sharon noemde de kersverse Palestijnse politie “terroristen in uniform”. Sharon zag in Arafat geen vredespartner, maar een oude, sluwe tegenstander met bloed aan zijn handen, die uit was op de vernietiging van Israël. Het is misschien goed om dat “Israël” van Sharon te definiëren: het is een groot Israël, dat –behalve de staat Israël van 1948 ook grote stukken van de Westoever beslaat, inclusief het in 1967 bezette Oost-Jeruzalem.
Zoals bekend is het met het Israëlisch-Palestijnse vredesproces sinds 1994 helemaal mis gegaan. In het najaar van 2000 brak de tweede intifada uit, nadat bleek dat Israël niet van zins was zijn kolonisering van de Westelijke Jordaanoever te stoppen en zich te houden aan het interim akkoord (Oslo) met de PLO. Bloedige aanslagen van Hamas en de Islamitische Jihad speelden de ultra rechtse partijen in Israël in de kaart en de nieuwe machthebbers als Netanjahu en nu Sharon hadden geen boodschap aan een tweestaten oplossing, waarbij er een levensvatbare Palestijnse staat zou komen naast Israël.
Het is nog maar tien jaar geleden maar het lijkt wel prehistorie: de dagen dat gedroomd werd over Gaza als het toekomstige Singapore of Hong Kong van het Midden-Oosten. Het buitenland, met name de Europese Unie, bleef er lang in geloven, al was dat –achteraf gesproken- misschien een wishful thinking. Gaza’s strategische ligging, haar redelijk goed opgeleide, hard werkende en ondernemende bevolking waren de ingrediënten van een potentieel succesverhaal. Miljoenen dollars aan hulp moesten Gaza er bovenop helpen en tegelijkertijd als cement dienen voor het vredesproces.
Er werd een vliegveld gebouwd en voorbereidingen getroffen voor het aanleggen van een haven. Het Palestijns bestuur werd gefinancierd en er werd veel geld gestoken in het herstel van de verwaarloosde infrastructuur van Gaza.
Het belangrijkste ingrediënt voor succes bleef echter uit: vrede. In plaats van het Hong Kong van het Midden-Oosten veranderde Gaza in het grootste concentratiekamp van de regio. Haven in aanbouw en vliegveld werd kapot gebombardeerd, het Palestijns bestuur werd voor een groot deel ontmanteld, de Gazanen mochten het gebied niet meer uit om te werken in Israël of om op bezoek te gaan naar Egypte, Jordanië of andere delen van Palestina.
Behalve economische schade, richtte Israël ook grote psychologische –en dus politieke- schade aan in Gaza. Het vredesproces werd een vernederingsproces, waarvan de lugubere bekroning waarschijnlijk wel is de systematische politiek om Palestijnse leiders te vermoorden.
En dan nu, als een duveltje uit een doosje, komt Sharon met het plan om Gaza te verlaten en de joodse nederzettingen te ontmantelen. Bush omarmde het idee, maar geen Palestijn die gelooft dat Sharon iets goeds voor hen in petto heeft. Overigens: als die nederzettingen zomaar kunnen worden opgeheven, waarom dat dan niet tien jaar geleden gedaan? Dat had in ieder geval enkele duizenden Palestijnse doden in Gaza gespaard.
Maar dat is uiteraard een naïeve gedachte. Het opgeven van Gaza moet als wisselgeld dienen voor de inlijving van grote stukken van de Westoever. President Bush heeft aangegeven dat een uitstekend plan te vinden. In Palestijnse kringen wordt al gesproken van een tweede Balfour-verklaring: wéér geeft een Westerse mogendheid een stuk Palestina weg aan joodse kolonisten.
En wordt Gaza er inderdaad beter van als de nederzettingen worden ontmanteld en het Israëlische leger vertrekt? In 1999, het laatste jaar dat er nog sprake was van grootscheepse buitenlandse hulp om het vredesproces te ondersteunen, stak de Europese Unie meer dan een miljard euro steun in Gaza. Die steun zal niet worden hervat als er geen garanties zijn dat Israël niet met de grond gelijk maakt wat met Europees belastinggeld wordt opgebouwd. En die garanties zijn er niet.
Gaza blijft, ook na het vertrek van de kolonisten, geïsoleerd. Kustwateren en luchtruim blijven gecontroleerd door het Israëlische leger en de grenzen blijven gesloten. 75% van de 1,4 miljoen Gazanen leeft in bittere armoede; een armoede die alleen effectief kan worden bestreden als Gaza wordt opengesteld en de Gazanen vrijelijk kunnen werken in Israël en handel kunnen drijven in de regio.
Het is een droevig vooruitzicht: Gaza als reservaat, óók als dit reservaat door Sharon judenfrei wordt gemaakt…

Jan Keulen

Andere columns van Jan Keulen

Yasser Arafat: vertrek, ballingschap, terugkomst (maart 2005)

Een nieuwe Palestijnse catastrofe (juni 2007)