Het Israëlische leger heeft zijn eigen beleid en handelen tijdens de Grote Mars van de Terugkeer onvoldoende onderzocht. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem en het in Gaza gevestigde Palestinian Center for Human Rights (PCHR). Bij de demonstraties in het kader van de Grote Mars, die in 2018 en 2019 wekelijks plaatsvonden bij het grenshek tussen Gaza en Israël, schoten Israëlische troepen ruim 250 Palestijnen dood en vielen tienduizenden gewonden, waarvan 8000 door scherpe munitie.

Het rapport, getiteld ‘Unwilling and Unable: Israel’s Whitewashed Investigations of the Great March of Return Protests’, is het resultaat van ruim een jaar aan onderzoek en interviews met getuigen. Het beschrijft hoe het leger een beleid voerde waarbij met scherpe munitie op ongewapende demonstranten werd geschoten, grotendeels door Israëlische scherpschutters. ‘Ze schoten gehandicapten neer, ze beschoten kinderen, jong en oud, om hen te doden, te verlammen of lichaamsdelen te amputeren’, aldus Raji Sourani, directeur van het PCHR. Ook medische hulpverleners en journalisten waren het doelwit.

Volgens onderzoekers hadden de Israëlische autoriteiten na internationale druk beloofd het beleid van het leger te onderzoeken, maar is niemand die betrokken was bij de totstandkoming of uitvoering van het beleid ooit ondervraagd. In plaats daarvan richtten de autoriteiten hun aandacht op specifieke moorden die als ‘uitzonderlijk’ werden beschouwd. En zelfs in die gevallen werden de verantwoordelijke militairen of officieren niet of nauwelijks verantwoordelijk gehouden voor hun daden.

Als voorbeeld wees Yael Stein, onderzoeksdirecteur van B’Tselem, op de moord op de vijftienjarige Haitham Khalil Mohammed al-Jamal in juni 2018. Het Israëlische leger veroordeelde de verantwoordelijke soldaat niet voor het doden van een ongewapend Palestijns kind dat geen bedreiging vormde, maar voor het feit dat hij had geschoten zonder toestemming van zijn officier. De soldaat, de enige die tot nu toe gestraft is, werd veroordeeld tot een maand dienstplicht. Volgens Stein is de zaak ‘indicatief’ voor de manier waarop Israël ‘nooit echt van plan is iets te doen’ om soldaten die Palestijnen doodschieten daarvoor verantwoordelijk te houden.

‘Het enige wat Israël deed in reactie op de aantallen [Palestijnse slachtoffers] en de internationale kritiek was te zeggen dat we een onderzoek openen’, zei Stein tijdens de persconferentie rondom de publicatie van het rapport. ‘Het punt is dat het niet genoeg is om te zeggen dat je aan het onderzoeken bent, je moet het echt onderzoeken. En dat heeft Israël niet gedaan.’

bron btselem.org