Het Palestinian Non-Governmental Organisations Network (PNGO) en de Palestinian Human Rights Organisations Council (PHROC) veroordelen de giftige ophitsings- en boycotcampagne tegen de Union of Agricultural Work Committees (UAWC), een al lang bestaande ledenorganisatie van PNGO.

Deze campagne is geëscaleerd nadat de Nederlandse regering onlangs aankondigde dat ze de relatie met de UAWC zal heroverwegen en in afwachting van deze beoordeling, de financiering aan de UAWC heeft opgeschort. PNGO en PHROC betreuren deze stappen van de Nederlandse overheid, die niet zijn genomen door de andere donoren van de UAWC, waaronder de EU en andere Europese landen.
Het besluit van de Nederlandse regering werd voorafgegaan en op gang gebracht door een gecoördineerde campagne van organisaties die nauw verbonden zijn met de Israëlische regering, voornamelijk NGO Monitor, UK Lawyers for Israel (UKLFI) en het International Legal Forum (ILF). NGO Monitor voert al jaren campagne tegen mensenrechtenverdedigers en organisaties die actief zijn in Israël en Palestina. UKLFI en ILF zijn agressieve juridische organisaties die zijn opgericht om de internationale steun voor Palestijnse rechten te ondermijnen.
NGO Monitor, UKLFI, ILF en andere proxy-organisaties van de Israëlische regering voeren systematische lastercampagnes tegen UAWC, lang voordat de Israëlische bezettingsautoriteiten vorig jaar twee van de voormalige werknemers van UAWC arresteerden. Deze werknemers – Abed al-Razeq Farraj (57) en Samer Al-Arbid (45) – werden gearresteerd wegens vermeende betrokkenheid bij een bomexplosie nabij een Israëlische nederzetting. Beide mannen zijn tijdens het verhoor fysiek en psychologisch gemarteld en staan momenteel terecht voor een Israëlische militaire rechtbank.

PNGO en PHROC veroordelen de foltering en vernederende behandeling die Abed al-Razeq en Samer hebben ondergaan tijdens hun detentie en eisen dat hun fundamentele recht op een eerlijk proces wordt gerespecteerd, in overeenstemming met internationale normen. Met spijt merken PNGO en PHROC op dat de Nederlandse regering tot dusverre minimale aandacht aan deze zorgen heeft besteed en zich niet heeft gehouden aan haar wettelijke verplichting, als derde staat, om de misdaad van foltering te voorkomen, die systematisch en op grote schaal wordt gebruikt door Israël. de bezettingsmacht.
PNGO en PHROC zijn ernstig bezorgd dat de Nederlandse evaluatie een katalyserend effect zal hebben op de inkrimping van de maatschappelijke ruimte voor organisaties als de UAWC, doordat het een stimulerend effect heeft op de Israëlische campagne om de UAWC te verstoren en te beschadigen en in bredere zin om het Palestijnse maatschappelijk middenveld in diskrediet te brengen. PNGO en PHROC roepen de Nederlandse regering op om de UAWC te beschermen door proactief alle pogingen om Palestijnse maatschappelijke organisaties te belasteren, delegitimeren, en de financiering te ondermijnen, tegen te gaan.
Bovendien uiten PNGO en PHROC hun bezorgdheid over de binnenlandse implicaties van de Nederlandse herziening, tegen de achtergrond van ernstige polarisatie binnen het Palestijnse maatschappelijk middenveld over de financieringsvoorwaarden van de EU. Het is van cruciaal belang dat de Nederlandse regering ervoor zorgt dat haar toetsing niet kan en zal worden gemanipuleerd door de Israëlische regering en haar proxy-organisaties. PNGO en PHROC roepen de Nederlandse regering op om adequate maatregelen te nemen om dergelijke manipulatie te voorkomen.
In dit verband betreuren PNGO en PHROC de hartelijke toon en de geruststellende boodschap in een recente brief van de Nederlandse regering aan UKLFI, waarin zij hen bedankt “voor [haar] voortdurende inzet en gedetailleerde informatie met betrekking tot de Nederlandse steun aan Union of Agricultural Werkcomités (UAWC) ”en hebben toegezegd deze informatie te betrekken bij de komende herziening. PNGO en PHROC vinden deze toon en boodschap ten aanzien van een organisatie die de Palestijnse burgermaatschappij aanvalt ongepast en onwaardig voor een land dat zichzelf profileert als een vooraanstaande voorstander van ruimte voor maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers.
Israël en zijn proxy-organisaties vallen systematisch Palestijnse maatschappelijke organisaties aan die opkomen voor Palestijnse rechten, die de onwettige bezetting, het nederzettingenbeleid en het apartheidsregime van Israël aanvechten, die gerechtigheid en verantwoordingsplicht bevorderen en die de voorbereidingen van Israël om grote delen van Palestina formeel te annexeren in de weg staan. Met haar vitale werk in gebied C van de Westelijke Jordaanoever valt UAWC in de laatste categorie. UAWC zorgt voor blijvende Palestijnse aanwezigheid in het gebied dat Israël wil annexeren. Dit is de reden waarom de UAWC al jaren wordt aangevallen.
De Nederlandse regering en andere landen moeten de Israëlische voorbereidingen voor annexatie onderzoeken en iedereen die deze ernstige schending van het internationaal recht heeft ondersteund en aangemoedigd, aansprakelijk stellen, inclusief Nederlandse bedrijven die commerciële relaties onderhouden met en profiteren van illegale Israëlische nederzettingen. In plaats daarvan wordt een Palestijnse ngo die boeren en kwetsbare gemeenschappen in heel Palestina ondersteunt, onder de loep genomen.
Eerdere beoordelingen van de UAWC hebben de giftige beschuldigingen van de Israëlische regering en haar proxy-organisaties als ongegrond afgedaan, zoals ook opgemerkt in de verklaring van de UAWC van 22 juli 2020. PNGO en PHROC verwachten dat de Nederlandse beoordeling nu tot dezelfde conclusie zal komen.
Voordat deze herziening zelfs maar is begonnen, traden verschillende Nederlandse partijen op als verlengstuk van NGO Monitor, UKLFI en ILF, waarbij ze de reputatie van UAWC schaden door suggestieve parlementaire vragen en verklaringen op sociale media voordat er organisatorische misstanden werden ontdekt. PNGO en PHROC betreuren dit gedrag en roepen deze partijen op zich te laten leiden door het internationale recht en de basisprincipes van een eerlijk proces en zich niet te laten leiden door de destructieve agenda van Israël.

bron: Al Mezan Center For Human Rights