Dareen Tatour is een Israëlische van Palestijnse komaf en dichteres en activiste. Zij is in Nederland om de Oxfam Novib PEN Award in ontvangst te nemen. Zij krijgt de prijs vanwege haar strijd voor de Palestijnse zaak en het opkomen voor de vrijheid van meningsuiting. Op 23 januari was zij in Groningen op bezoek om haar verhaal te vertellen.

Dareen begint met te vertellen hoe blij ze is dat ze in Nederland in vrijheid kan rondlopen. Ze heeft drie jaar in de gevangenis gezeten. In Israël werd ze tot het laatste moment slecht behandeld. Daar werd ze als vijand behandeld , hier als mens en daar is ze dankbaar voor. Ze is eigenlijk computerprogrammeur, maar kreeg niet de kans om verder te studeren. In haar vrije tijd is ze dichteres. Haar eerste gedicht maakte ze toen ze 9 jaar was. Toen ze 17 was publiceerde ze voor het eerst. Ze maakt ook foto’s en films. En speelt gitaar.

4 Oktober 2015. Ze sliep. Het was half vier ’s-nachts. Tientallen soldaten drongen haar ouderlijk huis binnen, zonder vergunning, en arresteerden haar. Zelf was ze er van overtuigd dat ze niets gedaan had en zei tegen haar ouders: “het komt wel goed”. Ze memoreert dat het voor de soldaten ook een vervreemdende ervaring was. Ze kwamen om een terroriste gevangen te nemen en ze vonden een gitaar spelende kunstenares.
Ze moest eerst vier en een half uur lang in een koude cel vastgebonden op een ijzeren stoel wachten op haar ondervraging. Daarna werd ze 22 uur achter elkaar ondervraagd. Toen werd ze 21 dagen onder vreselijke omstandigheden in een kleine cel opgesloten. Ze mocht geen contact met de buitenwereld hebben. Ze kon geen schone kleren aantrekken. Ze wilde schrijven, maar dat mocht niet. Ze maakte toen de rits van haar gevangenisjasje kapot en schreef daarmee gedichten op de muren. Nog steeds werd haar niet verteld waarom zij gearresteerd was. Uiteindelijk kwamen ze met een gedicht van haar, een foto en een persbericht. Op 2 november werd zij officieel aangeklaagd.
Ze kwam in een gevangenis met alleen maar vrouwen die ook uit het verzet kwamen. Zij beschouwen zichzelf als politieke gevangenen. Israël noemt hen terroristen. Normaal is een cel 1,5 bij 1,25 m. Voor hen de helft – net de grootte van een bed in – en met acht tegelijk in een kamer. Geen contact met de buitenwereld; bijna geen bezoek. Als er bezoek was, dan achter glas met communicatie via een vieze telefoon die het niet doet. Ze vertelt over een mede gevangene, een moeder. Zij mocht haar kind op bezoek niet vasthouden. Elke dag is hetzelfde; per dag een korte tijd naar buiten in een ruimte zonder daglicht. Voor zieken is er geen medicatie. Er waren vrouwen met open wonden; die kregen geen verband. Zelf viel ze en brak haar voet. Het enige dat ze kreeg was paracetamol. Een van de ergste dingen vond zij dat in de gevangenis honden op hen werden losgelaten. Daar is zij bang voor. In de gevangenis zitten nu 2800 mensen vanwege hun vrijheid van meningsuiting.
Een politieman die Arabisch sprak – geen officiële vertaler – heeft haar gedicht onjuist vertaald. Op basis daarvan is zij veroordeeld. Zij had het geschreven naar aanleiding van de moord op drie Palestijnen door Joodse terroristen. Zij schrijft over het verzet van het volk, dat als terreur vertaald werd; ze schrijft over martelaren, vertaald als terroristen. Ze werd onder druk gezet om spijt te betuigen, maar dat heeft ze niet gedaan.

Vragen uit de zaal
Hoe kwam je Israël uit? Antw.: Het was niet makkelijk. Ze had een uitnodiging van Oxfam Novib en ging met een Joodse vriendin en een advocaat naar het vliegveld. Daar werden ze gescheiden en zij werd drie uur ondervraagd: een vreselijke ervaring waarbij ze vernederd werd. Ze werd bedreigd dat als ze kwaad zou spreken dat ze dan weer de gevangenis in zal gaan. Ze houdt daar rekening mee. Als ze terugkeert zal ze worden opgewacht door haar advocaat.
Hebben ze jou gebroken? Antw: Nee dat gebeurt niet! Ze is de gevangenis uit gekomen met 2 boeken vol gedichten.  Ze heeft een boek klaar. Dat is vertaald in het Hebreeuws en het Engels en zal worden uitgegeven. Ze weet dat wat ze doet gevaarlijk is, maar ze is niet bang meer. De behandeling zie zij en anderen krijgen wordt gebruikt als intimidatie. Het duurt waarschijnlijk nog 4 maanden voor het boek wordt gepubliceerd. Het is haar persoonlijke verhaal; ze wil niet voor anderen spreken om die niet in gevaar te brengen. Ze vraagt om hulp om het in het Nederlands te vertalen, wat ter plekke wordt toegezegd.
Is je familie niet bedreigd? En wordt jullie huis niet verwoest? Of is dat het verschil omdat je in Israël woont en niet op de Westoever? Antw: Ik heb alleen geschreven, dat is mijn plaats. Ik ben geen demonstrant en pleeg geen gewelddadig verzet. En natuurlijk lijden haar ouders er onder. Ook omdat zij in de gevangenis zit en advocaten zijn duur. Maar Israël is inderdaad anders dan de Westoever; huizen verwoesten kan hier nog niet. Wel is er discriminatie, apartheid. Er worden veel oproepen gedaan om de Arabieren aan te vallen of te doden. Die oproepen worden niet bestraft.
Ze is er dankbaar voor dat er wereldwijd voor haar veel steun is geweest. Maar er zijn er veel meer zoals zij. Die verdienen ook steun!
Ze sluit af met een oproep: ”Israël is erg gevoelig voor BDS. Dit is een belangrijke activiteit die jullie hier kunnen doen”, zegt ze